SV | Om [met] beide handen wel dapper kwaad te doen, zo eist de vorst, en de rechter [oordeelt] om vergelding; en de grote spreekt de verderving zijner ziel, en zij draaien ze dicht ineen. |
WLC | עַל־הָרַ֤ע כַּפַּ֙יִם֙ לְהֵיטִ֔יב הַשַּׂ֣ר שֹׁאֵ֔ל וְהַשֹּׁפֵ֖ט בַּשִּׁלּ֑וּם וְהַגָּדֹ֗ול דֹּבֵ֨ר הַוַּ֥ת נַפְשֹׁ֛ו ה֖וּא וַֽיְעַבְּתֽוּהָ׃ |
Trans. | ‘al-hāra‘ kapayim ləhêṭîḇ haśśar šō’ēl wəhaššōfēṭ baššillûm wəhagāḏwōl dōḇēr haûaṯ nafəšwō hû’ wayə‘abəṯûhā: |
Om [met] beide handen wel dapper kwaad te doen, zo eist de vorst, en de rechter [oordeelt] om vergelding; en de grote spreekt de verderving zijner ziel, en zij draaien ze dicht ineen.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Om [met] beide handen wel dapper kwaad te doen, zo eist de vorst, en de rechter [oordeelt] om vergelding; en de grote spreekt de verderving zijner ziel, en zij draaien ze dicht ineen.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!